Hun komst geeft een gouden randje aan de dag
Op veel woningen en dagbestedingslocaties van Zuidwester komen geregeld vrijwilligers een dagdeel om de medewerkers te ondersteunen. Welke zorgtaken nemen zij over, hoe ervaren de cliënten dat en ontlasten ze daarmee ook echt de medewerkers? Voor dit jaarbericht gingen we op bezoek in Hellevoetsluis. Aan de Schoolstraat komen Renate Benschop en Ilse Marie Kaiser wekelijks een middag helpen.
Renate kwam in contact met Zuidwester via een advertentie. “Ze zochten een vrijwilliger voor de catering, maar tijdens het kennismakingsgesprek kwam helpen op de dagbesteding ter sprake. Ik ging drie maanden op proef en doe het inmiddels zeven jaar. Deze groep heeft veel zorg nodig, maar daar kan ik me juist nuttig maken.” Ilse Marie kende Zuidwester al, omdat haar zoon er ooit stage liep. “Toen ik een keer een groep tegen het lijf liep bij de kinderboerderij, heb ik de medewerker aangesproken. Zo ben ik erin gerold. Vaak ga ik wandelen, bijvoorbeeld met Robin en Matthijs. Op die manier ontlast ik de medewerkers, want zij komen daar niet aan toe.”
Spelletjes spelen of wandelen
Ook Renate gaat weleens wandelen, maar speelt vooral graag spelletjes met Stan, haar maatje. Stan woont nog bij zijn ouders thuis, maar komt hier vier dagen per week. Hij is duidelijk dol op Renate. “We doen samen spelletjes. Loco. Of ganzenbord.” Zodra hij over Renate vertelt, begint hij te stralen!
“We maken elkaar blij”, vertelt Renate. “We hebben dezelfde humor en ik help hem met zijn taken. Zo moet hij bestelbriefjes ophalen voor de lunch en de hand- en theedoeken verwisselen. Maar ik lees ook graag voor.” Robin zit ook bij het gesprek: “Ja, Jip en Janneke! Dan zitten we in de kring en mag ik het boek uitkiezen.”
Robin en Stan zijn duidelijk blij met de aanwezigheid van de vrijwilligers. Robin: “Als ze er een keer niet zijn, doen we minder leuke dingen. Daarom vraag ik altijd: kom je volgende week weer? Soms is het niet leuk dat er steeds nieuwe mensen zijn. Dan weer nieuwe medewerkers op de woning, dan weer allemaal andere mensen op de dagbesteding.” Trots vervolgt hij: “Maar ik weet van iedereen de verjaardag! En dan maak ik een tekening voor ze. Want twee keer per week ga ik tekenen met Joop, ook een vrijwilliger.” Stan zegt nog: “Het is ook wel goed dat het steeds andere mensen zijn. Want van iedereen leer ik weer wat anders.”
Veel tijd kwijt aan administratie
Marloes Winkelhorst, de medewerker op de dagbesteding vult aan: “De komst van de vrijwilligers en de dingen die ze doen met de cliënten, geeft echt een gouden randje aan hun dag. Gezellig puzzelen, lezen of een ommetje lopen, zou ik graag zelf willen doen. Maar dat gaat vaak gewoon niet. Dat is weleens frustrerend. Het zou al schelen als we voor de administratie een half uurtje hebben vóór de groep komt en een half uurtje daarna. De harde kern aan vrijwilligers, die hier al lang en trouw elke week komt, heeft enorm veel toegevoegde waarde. Maar het schept ook verwachtingen: als vrijwilligers na een half jaar afhaken, zijn cliënten enorm teleurgesteld. Het is wat mij betreft wel vrijwillig, maar niet vrijblijvend.”
Dat beamen Ilse Marie en Renate: “We weten dat we echt iets toevoegen: voor het team en voor de cliënten. We voelen ons ook enorm gewaardeerd. We worden enthousiast begroet en met sommige cliënten voel je een sterke band. We krijgen jaarlijks een etentje aangeboden en een leuk presentje met bijvoorbeeld Sinterklaas of op de Dag van de Vrijwilliger. Maar je snapt dat het ons daar niet om gaat. Het is fijn je in te kunnen zetten voor je medemensen. De cliënten zijn blij dat we er zijn en wij gaan met een voldaan gevoel weer naar huis. Dat is toch prachtig? Al is het wel zorgelijk dat de medewerkers eigenlijk niet meer zonder vrijwilligers kunnen…”.